Mestmoeras 2.0: Valt het doek voor mineralenconcentraat?

DSC_1590Onze staatssecretaris van EZ heeft het NMI en het LEI opdracht gegeven om te onderzoeken of een EU kunstmeststatus voor mineralenconcentraat (MC) van belang is voor de afzetmogelijkheden van deze kunstmestvervanger. Hiertoe hebben NMI en LEI de literatuur bekeken en een aantal spelers in de mest- en meststoffenmarkt geïnterviewd. De belangrijkste conclusie: Het al of niet verkrijgen van de Brusselse kunstmeststatus is nauwelijks van belang omdat er in de markt weinig belangstelling is voor MC.

MC niet geschikt

Het LEI/NMI stelde voor EZ vast wat graslandadviseurs en leerlingen van de landbouwschool al lang wisten: MC is geen geschikte meststof voor grasland. MC is een zeer waterige (97%), fosfaatarme kalimeststof met een mespuntje werkzame stikstof. Melkveehouders die kalkammonsalpeter (al of niet met zwavel) willen vervangen door MC, moeten rekening houden met enorme volumes, hoge kosten voor tankopslag, loonwerk en extra aankoop van ruwvoer. Bovendien is de extreme kali dosering niet alleen verspilling van een eindige meststof maar ook een bedreiging voor de gezondheid van het melkvee.

MC mengen met drijfmest lijkt handig, maar is niet verstandig.

In de akkerbouw concurreert MC met drijfmest, varkensgier en/of dunne fracties uit de varkensmestscheiding: producten met een vergelijkbare stikstofwerking maar die niet voor 100% maar voor 60% of 80% meetellen en de akkerbouwer niet alleen geld maar ook meer stikstofbemestingsruimte opleveren. De begeerde EU kunstmeststatus werkt vaak averechts!

Akkerbouwers kunnen de kali uit MC meestal wel goed gebruiken.

Recycling producten zoals calciumfosfaat en struviet zijn volgens LEI/NMI als grondstof voor de kunstmestindustrie niet interessant omdat ze qua volume en samenstelling niet aan de vereiste specificaties voldoen. Het lijkt erop dat de productie van kunstmestvervangers, een van de drie pijlers van het huidige mestbeleid, voorlopig van zeer geringe betekenis zal zijn. Of dit gevolgen heeft voor de derogatie zal de tijd leren.

ZLTO/LTO/Agro industrie

De ZLTO ziet de productie van MC als de manier om van dunne varkensmestfracties af te komen en staat daardoor heel anders in het verhaal. ZLTO spreekt van “een hoogwaardige groene kunstmest geschikt voor bemesten op maat”.
Onze landbouworganisaties zien de enorme kansen van dit soort producten en meldden (o.a. Nieuwe Oogst 24/1/2015 en eerder in Pig Business) dat Nederland spoedig kunstmestvrij is.
Onze Agro industrie, verenigd in de Dutch Biorefinery Cluster (FrieslandCampina is ook lid) constateerde in het BioNPK project dat terugwinning van mineralen uit hun omvangrijke zijstromen niet haalbaar is vanwege de hoge energiekosten en lage kwaliteit van de nieuwe meststoffen.

EZ: Van Dam

EZ denkt dat het verkrijgen van een EU kunstmeststatus te lang gaat duren en praat over een tussenoplossing: derogatiestatus voor MC aanvragen. Gaat Van Dam een derogatiestatus aan vragen voor een meststof waar volgens het NMI geen vraag naar is en een meststof die bedreigend is voor de gezondheid van melkkoeien? Of blijft hij uit de wind en laat deze heikele kwestie over aan melkveehouder Jan Huitema, de “rising EP star” van de VVD?

VVD: Huitema/Lodders

De VVD is lyrisch over de mestverwerking in de melkveehouderij. Volgens mevrouw Lodders zijn melkveefosfaatrechten helemaal niet nodig; de “bruin goud” productie moet je niet blokkeren. De Wageningse veeteeltgeleerde Jan Huitema is de grote kracht achter de EU kunstmesterkenning; hij gaat voor de melkveehouders door het vuur en laat dat heel Nederland weten. Hij wijst niet alleen de grote EU baas Frans Timmermans maar ook veel van zijn goedgelovige EP collega’s op de noodzaak van de kunstmeststatus Hij roemt onophoudelijk de geweldige innovaties van Nederlandse mestverwerkers.

Vakblad V-Focus

Vakblad V-Focus constateerde vorig jaar al een voor MC afwijzende houding (CZAV) of zeer geringe belangstelling bij onze grote landbouw coöperaties. V-Focus schreef toen ook over luchtfietsers en roze wolken in de mestverwerking. LEI/NMI hebben de bevindingen van V-Focus bevestigd. Jammer dat het LEI/NMI rapport niet 10 jaar eerder is uitgebracht. Alle relevante feiten waren toen ook al bekend. Het had de schatkist veel geld bespaard.

Hoe nu verder?

Een nieuw mestverwerkingsdrama nadert haar voltooiing. De traditie van onze “high tech” mestverwerkers (produceren van meststoffen waar geen vraag naar is), wordt anno 2016 nog steeds voortgezet. Ondergetekende schat dat de afgelopen 25 jaar minimaal € 1 miljard aan kansloze mest- en biogasprojecten in rook is opgegaan. Gaan we daar € 2 miljard van maken?
In Brabant worden revolutionaire plannen ontwikkeld voor de gehele veehouderij. Varkensboeren gaan zelf de mesttouwtjes in handen nemen. Dat gebeurde bij Biogreen Salland ook. Mestintermediairs worden buiten spel gezet en zullen alleen voor transport ingeschakeld worden.

Mestintermediairs

Het zijn wel de loonwerkers en mestintermediairs die de mestmarkt kennen, verstand hebben van logistiek en de akkerbouwers verstaan. In tegenstelling tot industriële mestverwerking is de distributie wel een groot succes. Zij hebben in feite de intensieve veehouderij in stand gehouden.
Het kan snel richting 2 miljard gaan nu ook de melkveehouders aan de beurt zijn en het kapitaalkrachtige FrieslandCampina zich aan het mestverwerkingsfront lijkt te gaan melden.
Of gaan we zaken eindelijk eens anders aanpakken, gebruik maken van de deskundigen die nu vaak aan de zijlijn staan, de rollen van landbouworganisaties, onderzoek en bedrijfsleven herzien en vraaggericht produceren? Ondergetekende heeft wel ideeën.

Ir. Wim Kromwijk
Kromwijk Agriservice BV
Mobiel: 06 – 30063673