Hier volgt de brief van DDB-voorzitter Sieta van Keimpema over de Zembla-uitzending in mei. De uitzending van tv programma Zembla “Topsporters van de melkindustrie” afgelopen maand, schetst een hard beeld van een deel van onze sector. Het roept heftige reacties op… bij vooral collega-melkveehouders.
“Megabedrijven”
Terwijl ik het internet af zoek naar reacties van burgers, valt me op dat die er heel weinig zijn. Natuurlijk is er de vraag om een debat van de Partij voor de Dieren, maar meer discussie is er eigenlijk niet. Ik lees de commentaren van collega’s en bekijk nog een keer de uitzending. Want door de discussies op internet denk ik even, dat we niet naar hetzelfde programma hebben gekeken. Veel reagerende melkveehouders geven verschillende aspecten van deze aflevering een eigen – veelal negatieve – invulling.
De getoonde “megabedrijven” (zo heet in Nederland een melkveebedrijf met meer dan 250 koeien) vormen zeker geen afspiegeling van de grootte van het gemiddelde melkveebedrijf, met die kritiek ben ik het eens. Maar dat vertelt de voice-over van Zembla ons ook: de gemiddelde melkveehouder levert 650.000 liter melk. De getoonde bedrijven behoren echter tot de categorie, die binnen de Nederlandse melkveehouderij het snelst en sterkst groeit. En dat zegt wel wat over de toekomst van onze sector.
Zijn we bang?
Opvallend aan alle reacties vind ik, dat we blijkbaar zo bang zijn. Om een kreupele koe te laten zien, die we allemaal wel eens op ons bedrijf rond hebben lopen – de cijfers spreken voor zich. En waarom vindt een aantal collega’s, dat de koe in de bekapbox slecht wordt behandeld? De heupklem is zeker geen fraai instrument maar wordt gebruikt om een dier overeind te zetten dat anders gegarandeerd kan worden afgevoerd.
Waarom nemen we bij voorbaat al aan, dat burgers negatief zullen reageren: wel eens op de dierenartspraktijk geweest tijdens het kleine huisdierenspreekuur? Allemaal zieke beestjes. Wel eens gezien hoe een hond de nagels worden geknipt? Horen en zien vergaat je. Wat ik zie zijn collega’s, die eerlijk en open over hún keuzes en bedrijfsvoering praten. Die uitleggen waarom hun koeien binnen blijven. Waar de dierenarts uitleg geeft over het hoe en waarom van horens wegbranden, bloed aftappen en voorzorg plegen om de veestapel gezond te houden. Misschien marketingtechnisch geen roze wolk maar wel de praktijk, (bronnen met feiten en harde cijfers staan op de site van Zembla onder de aankondiging van het programma).
Wees ondernemer!
Waarom doen we het zowat in onze broek als deze aspecten, die wel degelijk een onderdeel uitmaken van de melkveehouderij en het resultaat zijn van keuzes, in beeld worden gebracht? Waarom zijn we spookbenauwd voor beelden, die afwijken van prachtige marketingverhalen en reclamefilmpjes, die op z’n zachtst gezegd ‘niet helemaal realistisch’ zijn (de ruggen van de koeien masseren???). Waarom willen we zo graag een romantisch beeld schetsen van een sector, waar de beperkte of negatieve marges dwingen tot keiharde keuzes. Keuzes die inderdaad veelal door de rekenmachine worden bepaald. Waar het mantra al jaren is: kosten verlagen, kosten verlagen; wees ondernemer; we moeten onze positie op de wereldmarkt versterken met een concurrerende prijs (wat zoveel betekent als ‘de goedkoopste zijn’). Kom op zeg! Niet alleen de overheid maar ook de zuivelindustrie, LTO, banken, wetenschappers en onze overheid doen niet anders dan dit erin wrijven om boeren en hun veestapel tot het uiterste te drijven.
Rol zuivelsector
In een gesprek, dat ik naderhand had met één van de makers van Zembla, heb ik enige kritische punten naar voren gebracht: dat de bedrijven, die werden vertoond, niet “het gemiddelde bedrijf” in Nederland vertegenwoordigen. Dat de oorzaak voor de krappe marges onvoldoende aan bod zijn gekomen. Dat die het gevolg zijn van beleidskeuzes van de politiek en de zuivelsector (NZO/LTO), die zich in samenspraak wél buigen over allerlei kostenverhogende verplichtingen voor ieder Nederlands melkveebedrijf, maar zich nooit buigen over de inkomenspositie, margeverdeling of het niveau van de melkprijs. En ook de consument/burger heeft zijn rol en verantwoordelijkheid. Goedkoop(ste) is nog steeds, volgens supermarktvertegenwoordigers, het nummer één koopargument van de Nederlandse consument. Ik hoop, dat de aflevering op 16 juni meer aandacht voor deze aspecten heeft.
Keuzes DDB
Alle verontwaardiging bij melkveehouders ten spijt: er is wel degelijk sprake van een verharding in onze sector. Met een prijs, die structureel onder de kritische melkprijs ligt, dus onder het niveau om al je rekeningen te kunnen betalen, blijft er immers weinig te kiezen over. Wie bij de ‘blijvers’ wil horen, zal moeten rekenen tot ie een ons weegt. Zal moeten voldoen aan alle kostenverhogende regels, terwijl de melkprijs daar op geen enkele wijze een afspiegeling van is. En dan is schaalvergroting één van de weinige opties.
Deze koers is inderdaad nooit onze keuze geweest bij de DDB: alleen met een fatsoenlijke, kostendekkende melkprijs waarbinnen ook een normale beloning voor de arbeid wordt meegerekend, worden boeren én koeien geen ‘wegwerpartikelen’. Alleen met een kostendekkende prijs hebben gezinsbedrijven perspectief. Heb je meer en andere keuzes. Daar lobbyen we onveranderd voor. Met een aantal goed doordachte concepten.
De rol van de DDB als belangenbehartiger is belangrijker dan ooit om dat te bereiken! Ik hoop, dat iedere collega die Bevrijdingsdag als een koude douche ervaart, ons weet te vinden. Als nieuw lid. Zodat we de koers in de Europese melkveehouderij kunnen bijstellen en bedrijven financiële ruimte en werkelijke keuzes hebben.
Sieta van Keimpema,
Voorzitter DDB (info@dbb.nu)