Arbeid: de nieuwe grens in de melkveehouderij! De spanning loopt op. De melkveehouders zijn er klaar voor, evenals de verwerkers. Het aantal koeien in Nederland neemt toe. Wat harder werken of personeel inhuren is zo geregeld.
Blog van Jan Van Beekhuizen
Niet alleen in Nederland, maar iedereen in Europa is klaar om los te gaan na 1 april 2015. Iedereen? De laatste tijd spreek ik genoeg melkveehouders die aangeven dat ze juist rustig blijven melken. In Nederland wil iedereen zijn ruimte in de stal straks benutten. Maar ‘hoe snel?’ is nog de vraag. Zeker nu de melkprijs een dalende tendens vertoont, merk ik dat er meer wordt gerekend. Hoeveel kosten die laatste liters? Wat blijft er over wanneer de melkprijs naar beneden gaat? Als je het (ruw)voer ervoor moet kopen, de mest af moet zetten en arbeid in moet huren, kan ik niet zoveel marge meer berekenen. Los van de prijs denk ik dat juist arbeid het meest gaat knellen!
Ontwikkelingen buitenland
Hoe gaat dat eigenlijk buiten onze landgrenzen? De afgelopen maanden heb ik veel ondernemers uit Noordwest-Europa gesproken. Een paar voorbeelden: De Ierse melkveehouders staan in de startblokken. Er is veel vee, maar de superheffing wordt nu in de hand gehouden door onder andere eenmaal daags te melken. De productiestijging is straks wel afhankelijk van de melkprijs. Men blijft rekenen! De Denen willen ook graag meer melken. Ze moeten wel! In het vorige decennium is de Deense melkveehouderij zo zwaar gefinancierd dat er nauwelijks afloscapaciteit is. De enige mogelijkheid op verbetering van het rendement is meer liters per koe en een maximale benutting van de stalcapaciteit. De organisatie van het bedrijf verandert hierdoor niet erg.
Duitsland en Zwitserland
Duitsland ontwikkelt zich volop. De Duitsers hebben zich tot op heden in kunnen houden, maar nu wordt volop geïnvesteerd in productiecapaciteit. Ook is men daar meer gewend om met externe arbeid te werken. Ik denk dat de groei hier nog wel eens het grootst kan zijn. Ook heb ik even in Zwitserland gekeken. Het melkquotum is daar in 2009 afgeschaft, maar de productie is niet erg gestegen. Er wordt veel samengewerkt, zodat arbeid minder gaat knellen. De melkprijs is stabiel. Ook niet zo vreemd, want het is een vrij besloten markt. Een overschot of een tekort op de wereldmarkt heeft in de rest van Europa veel meer impact.
Zonder quotum in de wereld
Wanneer je dit laatste in ogenschouw neemt is het niet zo raar dat in andere delen van de wereld angstvallig naar de uitbreiding in Europa wordt gekeken. In Nieuw-Zeeland en de VS verwacht men dat de groei van de Europese productie de mondiale zuivelmarkt sterk gaat beïnvloeden. Maar is dat terecht? Ik merk dat in die landen juist dat het ontbreken van melkquotum niet leidt tot een onbeperkte uitbreiding van productie. In Nieuw-Zeeland en de VS moet bij uitbreiding worden geïnvesteerd in milieueisen.
Grenzen aan groei
In andere regio’s is (ruw)voer of de kwaliteit van water beperkend. Ook kan de toegang tot kapitaal een beperking zijn. Tenslotte is er lang niet overal gekwalificeerd personeel te vinden. Kortom: overal blijven productiegrenzen. De grenzen zie ik ook nadrukkelijk in Nederland. Grenzen aan de hoeveelheid ruwvoer, de mogelijkheden van mestverwerking en de ruimte binnen het fosfaatplafond en vergunningen. Maar de factor die het meest wordt onderschat is de grens aan arbeid. In welke mate kun je jezelf als ondernemer nog oprekken zonder dat je privésituatie hier teveel onder leidt? En wat nu als je door omstandigheden het werk niet kunt doen? Een paar jaar op je tenen lopen kan, maar ook daar zit een grens aan. Ik zie het ook om me heen in het bedrijfsleven, dus waarom geldt dit niet voor een melkveebedrijf?
Met dank aan Jan van Beekhuizen en Rabobank.