Begin mei 2014 raakte bekend dat twintig Belgische zuivelbedrijven een vergunning krijgen om te kunnen exporteren naar China, een belangrijke groeimarkt voor de Belgische zuivelindustrie. Eén van die bedrijven is Milcobel, dat in zijn nieuw vormgegeven ledenblad dieper ingaat op de Chinese deal.
Daaruit blijkt dat de doorgedreven kwaliteitsmonitoring een sterke troef is, en dat ook de samenwerking met het Voedselagentschap (FAVV) zijn vruchten afwerpt.
Ervaringen van Milcobel
Sinds mei behoort zuivelcoöperatie Milcobel net als 19 andere Belgische zuivelbedrijven tot het kransje bevoorrechte zuivelleveranciers dat China, een land met meer dan een miljard inwoners, van melkproducten mag voorzien. De strenge kwaliteitseisen waaraan voldaan moet worden zijn niet helemaal nieuw voor Milcobel, zo blijkt uit een interview met kwaliteitsmanager Jef Mottar: “Rusland bijvoorbeeld, hanteert dit soort strenge regels al langer, maar ook Cuba en binnenkort ook Indonesië werken met dergelijke kwaliteitssystemen.”
“Wat de Chinese delegatie bijzonder kon appreciëren, was de vertaalslag die we samen met de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) gemaakt hebben van de Europese regelgeving en productstandaarden naar de Chinese normen en vice versa”, legt Mottar uit. “We hadden ons tot in de puntjes voorbereid omtrent de verschillen tussen beide regelgevingen en goed nagedacht hoe ze te overbruggen.”
Belangrijke rol FAVV
Ook het FAVV speelde daarbij een belangrijke rol, zo blijkt: “Het feit dat het FAVV een door de overheid gevalideerde ACS-Gids, een autocontrolesysteem, heeft ingevoerd, wordt door de Chinese overheid zeer gewaardeerd. Ook bij de voorbereiding van de audits heeft het FAVV zeer veel inspanningen geleverd. Een schoolvoorbeeld van hoe betekenisvol een overheid kan zijn voor de economische realisaties van het bedrijfsleven.”
Is een Belgische uitvoer naar China van ongeveer 41 miljoen zo’n inspanningen wel waard, op een totale zuivelexport van 3,1 miljard euro? “Dat is inderdaad nog niet bijster veel. Maar het potentieel is er wel. We moeten er trouwens ook rekening mee houden dat de Europese markt verzadigd is. Bijgevolg zijn landen zoals China, Cuba, Rusland en Indonesië interessante afzetgebieden met hogere marges.”
Kwaliteit is rode draad
Rode draad doorheen het verhaal is de focus op kwaliteit: “Kwaliteit is een continue zorg. Die stopt niet met een eenmalige erkenning. China heeft er geen termijn op gekleefd, maar ze verwachten wel dat we ons continu informeren over wijzigingen in de Chinese wetgeving omtrent product- en productiestandaarden en dat we concrete scenario’s hebben in geval er toch iets fout gaat. We hebben het vertrouwen om Milcobel ook buiten Europa te laten groeien. En kwaliteit en economische groei zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Bron: Informatieblad Milcobel/VILT