De melkveehouderij doet er goed aan de komende jaren haar positieve imago bij de burgers, dus bij de consumenten te koesteren. Met alle groeiplannen en zonder dierrechten in de melkveehouderij loopt dit imago wel een groot risico bij afschaffing van het melkquotum vanaf 2015. De Nederlandse zuivel is zich hier zeer van bewust en slingert daarom bij haar boeren de discussie aan over grondgebondenheid en het houden van bofkoeien.
Groei melkveehouderij in West-Europa risicovol
We zien in geheel West-Europa een flinke groei in de melkveehouderij. het klimaat en de bodem zijn goed en worden nog gunstiger voor het produceren van melk. Volop grasgroei en andere ruwvoeders om de kostprijs per liter melk laag te houden en veel aandacht voor voeding en fokkerij in de Benelux en omliggende landen. Maar de grond is schaars en daardoor te duur, bovendien verdienen de akkerbouwers de afgelopen jaren goed en zijn niet van plan te wijken voor de melkveehouderij. Grondgebondenheid in de zin van voldoende grote huiskavels en genoeg weidegang voor de koeien staat daardoor onder druk. Het wordt nog moeilijk genoeg om over voldoende areaal grond te beschikken om voor 80% in de eigen ruwvoederproductie te kunnen voorzien! En juist deze grondgebondenheid moeten we aan de burgers, cq. aan de consumenten kunnen uitleggen en zichtbaar maken. (Gedeeltelijke) weidegang voor koeien is natuurlijk meer zichtbaar, dan akkerbouwmatige ruwvoederwinning en de koeien jaarrond op stal. Bovendien loopt de melkveehouderij het risico van onvoldoende mestverwerking, hoge mestafzetkosten en te weinig ruwvoeder de komende jaren, in ieder geval in de Benelux.
Liever bofkoeien als imago, dan megastallen zonder grond
Het is begrijpelijk dat de zuivel en de retail er alles aan zal doen om het imago van bofkoeien overeind te houden. De ervaringen met actiegroepen/NGO’s als Wakker Dier met hun “plofkippen” wil men niet bij dagverse zuivel of bij de Mona-toetjes. Melkveehouders zullen er alles aan moeten doen om burgers en daarmee consumenten te overtuigen, dat hun koeien bofkoeien zijn en blijven. Dat betekent veel aandacht voor dierenwelzijn en vruchtbaarheid, geen gebruik van antibiotica, koeien in de wei en kalveren in het stro. Geen vage discussies over duurzaamheid, maar concrete voorbeelden van open stallen, gezonde dieren en voldoende weidegang zijn nodig om de actiegroepen te overtuigen. Want de actiegroepen/NGO’s bepalen helaas voor een groot gedeelte de discussie en daarmee het imago van de veehouderij! Ook instrumenten als grasmeters, kringloopwijzer, koesignalen® en melkrobots kunnen positief ingezet worden ter overtuiging van de burgers en consumenten. Melkveehouders zijn moderne en bekwame ondernemers en dat mag ook de jeugd gerust verteld worden via YouTube filmpjes en tijdens de (Campina) Open Dagen. Boeren en boerinnen, met liefde en passie voor de bodem/grond, de koeien en de boerderij; als voedselproducent en als beheerder van het landschap.
ir. Ad Merks (communitymanager)