Financiering melkveebedrijven volgens ING

HM foto koeien 780099_51432607Een aantal trends zal de financiering van de melkveehouderij in het algemeen en die van bedrijfsovername in het bijzonder veelal negatief beinvloeden. Door aanhoudende druk op de rentabiliteit, een zakelijker opstelling van familieleden en strengere eisen aan bankbalansen, zal de aflossingsvrije lening bijvoorbeeld veel minder voor de hand liggen. In de periode na 2015 zullen bedrijven meer momenten van de waarheid kennen; dit zijn momenten van sterke groei.

Financieringsconstructie en ondernemingsvorm na 2015

Bij bedrijfsoverdracht in de Nederlandse melkveehouderij zijn de maatschap en de eenmanszaak de meest gebruikte bedrijfsvormen. Om de overdracht te financieren zal de bancaire lening blijven bestaan en zal de familielening in belang toenemen. voor de nu bestaande aflossingsvrije leningen is wel een alternatief nodig. In 2020 zullen CV en BV als bedrijfsvormen vaker toegepast worden, aldus ING. Deze bedrijfsvormen hebben een duidelijkere scheiding tussen vermogen en zeggenschap op het bedrijf. Een zakelijke overnamesom  die verspreid wordt betaald, is mogelijk zonder dat de opvolger beperkt wordt in zijn ondernemersvrijheid. De aanhoudende schaalvergroting is geen probleem voor de bedrijfsoverdracht; een grotere bedrijfsomvang kan zelfs positief werken, doordat een BV als bedrijfsvorm mogelijk is. Voldoende rentabiliteit blijft wel problematisch, immers na de overname moet de opvolger een voldoende marge houden om te bestaan.

CV of BV en erfpachtfinanciering populairder

De aflossingsvrije lening gaat verdwijnen en leningen worden verstrekt met een looptijd van maximaal 25 jaar. Het overdragen van het vermogen bij de lage rentabiliteit wordt hierdoor bemoeilijkt. Volgens ING, kan dit verholpen worden door een CV of BV als bedrijfsvorm te hanteren, waarbij het vermogen geleidelijk wordt overgedragen. Een erfpachtfinanciering kan als alternatieve financieringsconstructie in deze omstandigheden voordeliger worden, dankzij haar lange looptijd  en het ontbreken van aflossingen. Door de afschaffing van melkquotum vanaf 2015 vervalt een investeringsbron, maar ook een bron van afschrijving. Voor de bedrijven betekent dit dat de totale kasstroom, inclusief prive, een kleine verbetering zal laten zien; fiscaal gezien wordt hierdoor meer winst behaald. De waardering van grond in het economische verkeer met agrarische bestemming blijft hoger dan de agrarische waarde. Door de waardestijging van grond zal dit verschil blijven bestaan en daarmee blijft bedrijfsoverdracht tegen vrije marktwaarde onmogelijk.

Bron: ING Economisch Bureau ( www.ing.nl/zakelijk )