De keuze van kengetallen in de melkveehouderij hangt samen met de marktomstandigheden waarbinnen het bedrijf moet opereren. Stabiele markten, zoals vroeger het geval waren dankzij het GLB, verschillen sterk van volatiele markten, markten met grote prijsschommelingen. In volatiele markten is de onzekerheid veel groter en dus wordt het vermogen om het bedrijf door zwaar weer te loodsen navenant belangrijker.
Nieuw kengetal nodig in volatiele markten
Accountantskantoren werken bij analyses vaak met het kengetal “fiscale bedrijfsresultaat per 100 kg. meetmelk”, maar hier kleven bezwaren aan in een volatiele markt. Want afschrijvingen en betaalde rente zijn cruciale gegevens in een volatiele markt, zo leert de glastuinbouw ons. In een toekomstige periode met slechte prijzen kan een hoog niveau van te betalen rente er toe leiden dat het bedrijf in de gevarenzone terechtkomt. Afschrijvingen kunnen daarentegen getemporiseerd worden zodat er ruimte komt voor inkomen. Omgekeerd geldt dat in de huidige, goede periode juist veel zou moeten worden afgeschreven en afgelost, zodat voor de volgende slechte periode de te betalen rente lager wordt. Zo ontstaat als het ware een “anticyclische”aanpak, die nodig is om het bedrijf te handhaven en te ontwikkelen ook in een volatiele markt! Dit is een groot verschil met de stabiele zuivelmarkt van vroeger, waarin steeds een hoog investeringsniveau kon worden nagestreefd met hoge kosten voor zowel afschrijvingen als te betalen rente.
Buffercapaciteit is combinatie van kengetallen
Gezien de te verwachten volatiliteit in de zuivelmarkt vanaf 2015 lijkt het raadzaam een paar belangrijke kengetallen in relatie tot het fiscale bedrijfsresultaat te combineren tot het nieuwe kengetal buffercapaciteit. Dus de capaciteit om zwaar weer het hoofd te bieden, om het bedrijf ook bij tegenwind op koers te houden. Rekenkundig gaat het dan om beschikbaar voor HARR (beschikbaar voor rente, huur, pacht en afschrijvingen) per 100 kg. meetmelk minus betaalde rente per 100 kg. meetmelk. In praktische zin gaat het om de bedrijfsopbrengsten minus alle betaalde of te betalen kosten. Het is de ruimte die de boer overhoudt voor gezinsinkomen, aflossingen en investeringen in bedrijfsontwikkeling; het is de buffer in toekomstige, slechte tijden! In andere woorden: het kengetal buffercapaciteit is het vermogen om eigen arbeid en eigen kapitaal te belonen en/of het bedrijf juist verder te ontwikkelen. Een lage buffercapaciteit in de huidige periode met goede melkprijzen, voorspelt een zeer lage of zelfs negatieve buffercapaciteit in jaren met een slechte melkprijs! Maak daarom gebruik van dit nieuwe kengetal, als “alarmsignaal” op basis van uw eigen boekhouding, en probeer uw buffercapaciteit nu al te verhogen, voor het straks te laat is.
Ad Merks (communitymanager)